Categoriearchief: als werk als vakantie begint te voelen

Vogels aan de kust

Uiteraard is Zeeland ook uitermate geschikt om vogels te kijken. Ik zie mezelf niet echt als een rasechte vogelaar maar toch kan ik enorm genieten van vogels. Zeker langs de kust waar ik regelmatig soorten tegenkom die wij in de polder niet (vaak) zien. Het voordeel is dat je voor vogels bovendien het water niet in hoeft waardoor het weer een stuk makkelijk is ze op de plaat te zetten. Mooie plekken zijn de kust bij Westkapelle, de schelphoek bij Serooskerke en het gebied Levensstrijd bij Zierikzee.

Zakpijpen, oorkwallen en bolussen

Het gebeurd nogal eens dat ik voor mijn werk in Zeeland kom. Hoewel ik er dan natuurlijk niet voor de fun kom biedt het wel genoeg mogelijkheden om af en toe een leuke wandeling te maken. Er is altijd wel iets te zien of te beleven. Of het nu zeehonden op de Brouwersdam zijn of haaientanden bij het strand van Kaloot. Ook snorkelen lukt regelmatig. Inmiddels weet ik een hoop mooie plekken. De Grevelingen blijft mijn favoriet. Ik snorkel ook vaak op een plek waar reusachtige Noordzeekreeften zich verschuilen tussen de rotsen. Zeer indrukwekkend om die dieren te zien met scharen zo groot als mijn hand. Het bijzondere vindt ik bovendien dat hoewel ik al mijn leven lang snorkel ik toch steeds weer nieuwe diersoorten tegen het lijf loop. Soms dieren waar ik geen flauw idee van heb wat het zijn.

Dus als ik dag gewerkt heb probeer ik altijd even stoom af te blazen onder water. Het kan natuurlijk zijn dat ik daardoor ietsje later thuis ben als normaal maar die schuld los ik in door bolussen mee te nemen. De beste bolussen vindt je overigens bij bakkerij Koppejan. Gevulde bolussen wel te verstaan. Een absolute aanrader!

Otters speuren

In 1988 ben ik geboren. In dit jaar stierf de visotter uit in Nederland, een zeer trieste situatie. Gelukkig is hij in 2002 weer geherintroduceerd. Sindsdien verspreidt de otter zich door Nederland. De meeste verblijven echter in Friesland en Overijssel. En laat ik daar nu juist voor mijn werk af en toe moeten zijn. Wanneer ik voor mijn werk ergens in die regio moet zijn houd ik dan ook het water scherp in de gaten. Je weet immers nooit. Maar eerlijk is eerlijk de kans om een otter te zien is erg klein. Het zijn ten eerste nachtdieren en ten tweede echter waterdieren. Om dan vanuit de auto of lopend er eentje tegen te komen is dan ook zeer onwaarschijnlijk.

Althans dat dacht. Mijn hart maakte echter een sprongetje toen ik in februari in de sneeuw ottersporen zag toen ik voor mijn werk in Giethoorn zat. Zou het me dan lukken om er ooit eentje in levende lijve te zien?

Bij de diverse projecten die volgden deed ik nog beter mijn best er eentje te zien. Aan het eind van ieder project liep ik steevast een rondje in een nabijgelegen natuurgebied. Maar behalve een prachtig scala aan watervogels, reeën en muskieten had ik weinig resultaat. Tot enkele weken terug. Ik nam plaats in een vogelkijkhut naast een oude baas die er zoals hij zelf aangaf al de hele dag gezeten had en nog niets had gezien. Er stond een gure wind en er waren flinke golven op het water. Na een kwartiertje turen door mijn camera zie ik opeens iets zwarts in de verte. De adrenaline schiet door mijn aderen. Een otter! Zo snel als hij zijn kop boven water stak zo snel is hij ook verdwenen. Met drie foto’s waarop toch echt duidelijk een otterkop staat ben ik zo blij als een kind. Jawel 26 oktober 2021 heb ik voor het eerst de visotter in het wild gezien.

Het ottervirus maakt zich van mij meester. De week erop heb ik gelukkig weer een project in die regio. Als ik die dinsdagmiddag in de hut zit is er niemand. Het waait wederom flink en het miezert zelfs iets. Op een enkele zwaan na is er op de plas niets te zien. Na een uur wortel schieten besluit ik een stuk te wandelen langs het veengebied. Behalve wat watervogels is helaas ook daar niets te zien. Opeens hoor ik in een watergang een hoop kabaal van opvliegende watervogels. Dit gedrag vertonen ze soms als er een otter in de buurt is. Ik maak een sprintje en zie nog net een otterkop de watergang over zwemmen. Zonder echt goede foto kom ik balend terug bij de vogelkijkhut.

Ik kijk weer uit over een verlaten waterplas. Maar dan opeens hoor ik een enorme plons onder de kijkhut! Terwijl mijn hart in mijn keel klopt speur in rondom de kijkhut in het water. En dan valt mijn mond open van verbazing. Want in de struiken achter de hut zit een otter op een vis te knagen! Het blijken er zelfs twee te zijn die op hun dode gemak rondom de hut aan het jagen zijn. Af en toe steken ze hun kop boven water of zwemmen een stukje. Ik kan wel juichen! Het lukt zelfs een portretje te schieten. Een dik halfuur kan ik genieten van dit geweldige spektakel! Wat een belevenis!

Project: Meeuw

De afgelopen dagen kreeg ik een beetje een zee-gevoel als ik in Veenendaal op kantoor zat. Er zitten namelijk meeuwen op het dak van ons pand te broeden en die schreeuwen moord en brand als iemand buiten komt. Helaas bleek in de afgelopen week één van de kuikens wat overmoedig en kukelde twee verdiepingen naar beneden. Op de hoogte van onze 1e etage zat de ongelukkige vast. Niet in staat om terug omhoog te komen. De dierenambulance kon er helaas niet voor langs komen, want door onderbezetting rukken ze alleen na 18:00 uur uit. Voeren durfde de ouders niet meer. Er zat dus niets anders op dan een reddingsoperatie.

Daarom ging ik samen met een collega het dak op. Gelukkig hielden de ouders zich gedeisd. Met een ladder, kratjes, handschoenen, spanbanden en rugzak wisten we het jong op het bovenste dak te krijgen. Daar vonden we een nest en twee andere kuikens die zich hadden verstopt. Eind goed, al goed! Nu maar hopen dat ze boven blijven.

Sneeuwstorm Darcy

Vandaag de dag moet je opzoek om nog een hoopje sneeuw te kunnen vinden maar twee weken terug was dat wel anders. Een dik pak sneeuw, onbegaanbare wegen, ijspret, sleeën en alles wat met een klassieke winter te maken heeft. Voor Jente was het de eerste keer dat ze bewust een echt pak sneeuw meemaakte. Wat een verandering is het dan als opeens de tuin vol ligt met sneeuw en je op de sloten kunt lopen. Ondanks de onbegaanbare wegen moest pappa toch een paar keer de weg op voor werk. Maar ook met een gemiddelde snelheid van 30 km/h kom je vanzelf in Veenendaal… of Blokzijl. En als je daar dan toch bent kun je beter even genieten van wat de natuur te bieden heeft. Want veel dieren moesten nu meer opzoek naar eten en warmte en lieten zich daardoor beter zien. Zelfs de waterhoentjes in onze tuin klommen ’s nachts de krulwilg in. Zie hier de foto’s van een bevroren Nederland.

Kwallensoep

Na een dagje in Zeeland naar klanten te zijn geweest is er niets heerlijker dan even stoom afblazen in Ouddorp. Het was warm en zonnig. Onderwater was het wel wat minder dan de vorige keer. Erg troebel en niet veel zicht. Wellicht dat de golfslag door het stevige windje hier voor zorgde, maar ik denk dat ook het toeristenseizoen het onderwaterleven niet veel goed doet. Desondanks was het weer prachtig. Er is onderwater minstens zoveel te zien van de natuur als bovenwater. Allerlei wezens met prachtige kleuren, vormen en gedrag. Er stonden prachtige anemonen met hun tentakels uit en ik zag meerdere zeenaalden. Wat wel een beetje vervelend was waren de ontelbare kwallen (met name zeedruiven) die in het water lagen. Vaak heeft dit eveneens met de wind te maken. Hoewel ze geen netelcellen hebben en dus niet kunnen prikken en bovendien prachtig licht pulseren vind ik het toch wat onaangenaam als je alleen nog maar kwallen door je duikbril ziet.

Rheden en omstreken

Voor mijn werk moest ik twee dagen in Rheden zijn. Een geweldige uitvalsbasis om in de vrije uurtjes even het bos in te gaan! Heerlijk om even na een dag werken een frisse neus te halen en de bosgeur op te snuiven, te luisteren naar de vogels en te speuren naar wild. Het was beklemmend warm maar dat hinderde niet. Nu de zomer is aangebroken zijn edelherten samengeklonterd tot grote zomerroedels. Veel kalfjes hebben nog hun witte stippenpatroon. Het leverde prachtige ontmoetingen op. Helaas alleen kaalwild, op een enkele geweidrager na. Desondanks was het echt genieten. Naast de edelherten zag ik roedels damherten, zwijnen, een eekhoorn, een kleine bonte specht, rupsen van Sint-Jacobsvlinder, en een gouden tor. Het toppunt was toen ik vlak voor zonsondergang richting de auto liep en er bijna een nachtzwaluw tegen me aan vloog. Er bleken er twee te vliegen. Ze bleven maar rondjes rond mij cirkelen en gingen af en toe op de grond zitten. Het was vrijwel onmogelijk om ze te fotograferen: handmatig scherpstellen in het donker met beweeglijke vogels. Meer dan bewijsfoto’s zijn het niet geworden maar wat een geweldig moment

terug naar het bos

Ons bezoek aan de vliegend herten smaakte naar meer. Toevallig hadden we afgelopen vrijdag een project in Lunteren met mijn werk waar we bovendien vroeg klaar waren. Het plan om vanaf daar even door te rijden was daarom snel gemaakt. Ook Gilles wilde wel een keer mee. Na wat plekken afgezocht te hebben naar de vliegend herten was het raak. Bij de eikenboom waar we de vorige keer waren wezen kijken vonden we deze keer maar liefst drie vrouwtjes, een mannetje en drie dode mannetjes. Helaas was ik zo dom om mijn statief niet mee te zeulen waardoor de foto van het opstijgende mannetje mislukt is. Om het leed nog wat groter te maken overliepen we een edelhertkalf terwijl mijn macrolens nog op mijn camera zat geschroefd. De ervaring was er niet minder om. Verder zagen we zwijnen, zwarte spechten, loopkevers en overal bloeiende vingerhoedskruid. Nog nooit heb ik het zo uitbundig overal zien bloeien.

De avond had echter nog een bijzondere verassing in petto. Terwijl onze voeten al wat moe werden zag Gilles op heide iets wat op een konijn leek. Het konijn bleek echter een jong vosje te zijn wat de wereld buiten mamma’s vertrouwde hol aan het verkennen was. Bovendien had hij twee broertjes of zusjes. Maar liefst drie vosjes speelde rustig voor ons ogen. Wat een fantastische ervaring! Na afgesloten te hebben met een roedel hindes en hier en daar wat zwijnen liepen we terug naar de auto. Een wandelingetje van 16,7 kilometer. Een betere afsluiting van de werkweek kan ik me niet voorstellen!

Yerseke Moer

Als field-engineer (soort veldwachter) zit ik veel op de weg. Hoewel ik in principe voor de computers van klanten op pad moet kom ik ook wel eens echt in ‘the field’. Als je toch voor je werk naar Zeeland moet kun je uiteraard ook via een alternatieve route naar huis rijden. Zo ook deze week. Ik moest in Zeeland zijn en op de terugweg week ik even uit naar de Yerseke Moer. Dit gebied kent een rijke geschiedenis. De veenpolders zijn ooit door zeewater overspoeld en werden in de Middeleeuwen afgegraven om uit het veen zout te winnen. Het is een ruw landschap met veel kronkelige kreken, dijkjes, graslanden en poeltjes. Bovendien kwelt er regelmatig zout water op waardoor er prachtige vegetatie ontstaat. Ook aan vogels was er genoeg te zien: bergeenden, lepelaars, grutto’s, hazen, scholeksters, tureluurs. Zelfs een zeldzame tapuit liet zich even zien. Dit vogeltje broed in zandgebieden in oude konijnenholen. Helaas had ik weinig tijd om van al het moois te genieten. Ook het licht was erg fel. Toch was het heerlijk om even uit te waaien. Een mooi gebied om eens naar terug te gaan.

stoom afblazen

Ook deze week waren we weer hard aan het werk in Zeeland. Zoals wel vaker moesten we door de reistijd overnachten in een hotel. Aangezien de meeste hotels dicht zitten viel het niet mee dit te regelen. ‘Toevallig’ vond ik een hotel in Zierikzee die dichtbij de plek was waar ik eerder bruinvissen heb gezien. Nadat we dus snel hadden ingecheckt meteen doorgelopen naar de kust. En jawel na even speuren hadden we ze in het vizier. Overigens merk ik dat de fascinatie voor natuur besmettelijk werkt. Inmiddels zijn er al enkele collega’s besmet.

Dit virus is er in allerlei vormen, met milde verschijnselen tot hevige reacties. Enkele collega’s gaan zover dat ze inmiddels zelfstandig ’s ochtend vroeg zijn bed uit gaan om wild te spotten. Maar er is altijd baasje boven baas. Hoe leuk is om te kijken hoe ver je dan kan gaan.

Dus leek het me leuk om de tweede dag op de terug weg te gaan snorkelen in de Grevelingen. Dit hoewel de water temperatuur nog rond de 11 graden Celsius zit. Daar tegenover staat dat er momenteel geweldig zicht is voor de Nederlandse begrippen. En jawel er was een collega zo gek te krijgen dat hij het ook wel wilde proberen. Helaas hadden we maar één groot duikpak wat we samen moesten delen. Ik de tweede laag, mijn collega de eerste laag. Schoeisel waren slippers voor hem en duikschoenen voor mij. De eerste stap in het water was dus even een fysieke pijniging maar nadat we door waren konden we er heerlijk van genieten. Drie kwartier dobberde we rond voordat het echt te koud werd. Heerlijk opgefrist van een dag hard werken reden we voldaan naar huis.

Zeevarkens in Zeeland

Nu ik weer een serie projecten in Zeeland heb lopen moet ik regelmatig die kant uit. Over files hoef ik me momenteel niet druk te maken, iedereen rijd tegenwoordig netjes 100km/h en door de crisis is het enorm rustig.

Dit biedt natuurlijk kansen. Al lange tijd wilde ik graag een bezoekje maken aan studio Bruinvis. Een project van stichting Rugvin. Dit project op het havenhoofd van Zierikzee bied de mogelijkheid om naar passerende bruinvissen te luisteren. Er staat een soort praatpaal op de kade en een sonar ligt iets van de kust in het water.

En zo reed ik afgelopen week vanuit Ovezande ‘even’ om via Zierikzee. Het was mooi weer en rustig water. Via de havenweg liep ik naar de punt van het land. Je hebt daar een gebied genaamd Levensstrijd. Een prachtige wandeling langs een mooi stukje natuurgebied. Het was een gekwetter van jewelste door de vele vogels die in het gebied nog even aansterken voor ze op het nest gaan: grutto’s, tureluur, kievit, wulp, kluut, smienten, een lepelaar en tal van ganzen. Ook vlogen er veel graspiepers rond die zich goed lieten benaderen. Hoe mooi ook, hier kwam ik eigenlijk niet voor.

Bij de kust aangekomen kijk uit over de Oosterschelde. Helaas zie ik tot mijn teleurstelling alleen wat boten. De praatpaal heb ik snel gevonden maar een druk op de knop levert alleen een hoop ruis op met fragmenten van Duitse radio. Blijkbaar pikt de sonar meer op dan alleen dolfijnpraat. Gelukkig zie ik na even turen de kop van een zeehond boven komen. Het beest laat zich even zien maar duikt dan snel onder.

Ik slenter alweer wat terug als ik opeens iets zie. Een zwart puntje. Weer de zeehond? Maar nee, het zijn bruinvissen! Of zoals ze vroeger werden genoemd zeevarkens. Deze kleine dolfijn-achtige zoogdieren zijn vrij algemeen maar ik heb ze nog niet eerder in het wild gezien. De naam bruinvis is overigens compleet misplaatst: het zijn geen vissen en ze zijn grijs tot zwart. Vroeger noemde men echter alles wat in de zee leefde een vis en alle grauwe kleuren werden bruin genoemd.

Gedurende een uur komen de bruinvissen regelmatig even boven waarbij je hun driehoekige rugvin kunt zien. Als kers op de taart springt er eentje zelfs uit het water. Foto’s maken is een uitdaging want je weet nooit waar de bruinvis bovenkomt maar de ervaring is er niet minder om. Met een zak bolussen op de achterbak keer ik tevreden richting huis.

Pauze & papadag

Voor sommige mensen is het momenteel herfstvakantie maar wij werken stug door. Hoewel… de kerstvakantie is alweer gepland. Bovendien wil het natuurlijk niet zeggen dat er geen ruimte is voor ontspanning. Zeker niet! Nu we met het werk dichtbij de Veenendaalse bossen gevestigd zijn lukt het regelmatig om even in de pauze een ‘rondje’ te wandelen. Heerlijk is dat: even de benen strekken, boslucht inademen en genieten van de natuur. Er is van alles te zien: vogels, bloeiende heide, allerlei varens en mossen, af en toe een ree en jawel: paddenstoelen! Overal schieten ze omhoog. Het is geweldig wat een kleuren er onder de grond verstopt zitten . Inmiddels heb ik ook de eerste uitgebloeide orchideeën gespot. Dat wordt volgend seizoen goed opletten!

En of dat nog geen ontspanning genoeg is heb ik tegenwoordig ook om de andere week op vrijdag een zogenaamde ‘papadag’. Een feestje voor mij en Jente want als we niets in huis hoeven te doen gaan we er lekker op uit. Vooral de tripjes naar de Veluwe vallen goed in de smaak. Hoog en droog op papa’s rug in de Deuter speuren we naar wild. En niet zonder succes: bij Staverden kwamen we een hele roedel met geweidrager tegen. Helaas kwam na enkele seconden de luchtmacht over met een lawaaige apache-helikopter. Dat was voldoende om de roedel het bos in te jagen. Neemt niet weg dat we prachtige herinneringen gemaakt hebben. Op naar de volgende pauze en de volgende pappadag!

de wilde veluwe

Voor mijn werk ben ik momenteel veel in Enschede te vinden. En waar kom je langs als je van Nieuwland naar Enschede rijd? Jawel, half Nederland, maar ook de Veluwe! Uiteraard is het iedere keer weer een uitdaging om dan niet even de afslag te nemen en het bos in te rennen. En soms is het gewoon simpelweg niet te weerstaan.

En zo loop ik 22 maart te genieten van het voorjaarszonnetje in Elspeet. Vanaf de Vierhouterweg loop ik de Gortelseweg op het bos in. Nu had ik de eerste citroenvlinder dit jaar al op 15 februari gezien maar nu vliegen ze echt volop. Ook groepjes muggen dansen in het zonlicht. Een prachtig schouwspel. Het duurt niet lang als ik in het struikgewas iets hoor weg sprinten. Een edelhert of een ree? In ieder geval geen zwijn dat zou je wel horen of ruiken. Ik loop verder richting de heide. Het is nog te licht voor echt veel wild maar je weet het nooit. Af en toe vliegt er een specht of Vlaamse gaai voorbij. Als ik het bos weer in loop zie ik in de verte 6 hindes staan. Ze zijn bijna onzichtbaar door de dichte begroeiing. De foto’s bestaan uit 90% bos, 8% kontjes en 2% kop. We genieten er niet minder om.

Ondertussen begint het al wat later te worden. Een uur voor zonsondergang ga ik richting auto. Uiteraard is dit het moment waarop het wild heeft staan wachten. Al snel zie ik een rotte zwijnen met frislingen. De lopende pyama’s sprinten achter hun moeder aan. Ze zijn nog erg jong, een paar weken schat ik. Even later zie ik een tweede rotte, maar terwijl ik sta te kijken komt er opeens een roedel geweidragers aan. De oudere mannetjes hebben hun grote gewei al geworpen en hebben zelfs alweer knobbels op de plek waar straks hun gewei pronkt. Er zijn echter nog wat jongere mannetjes bij die hun gewei nog wel hebben. Helaas is het al erg donker en gaat het allemaal erg snel. Ik zie minimaal 3 oudere mannetjes en ten minste 2 jongere mannetjes.

Ondertussen begint de dag echt op zijn einde te lopen en ben ik de auto een beetje zoek. Het is dus even flink doorstappen. Het wordt een rondje van 7,5 kilometer. Ik spreek nog even een Elspetenaar. Hij vraagt of ik nog wild heb gezien, want sinds de wolf ziet hij niets anders dan zwijnen. Toch leuk als je kan vertellen dat je al twee roedels hebt gezien.

Maar dan als ik vlakbij de parkeerplaats kom krijg ik nog even de kers op de taart. Aan weerskanten van het pad is er flink wat dennen-opschot. Terwijl ik er loop zie ik opeens een frisling over sprinten. Ik ga snel achter een boom staan en wacht af. Moeder Ever heeft mij al lang geroken en knort luid vanuit de bosjes. Haar deugnieten trekken zich echter niets van ma aan en het duurt niet lang of ze komen de bosjes uit drentelen. Maar liefst 6 frislingen lopen het pad op… recht op mij af! Het is al veel te donker maar ik maak toch foto’s. De voorste frisling, een echt dromertje komt op drie meter afstand staan. Ma wordt woest en ik hoor hoe ze begint te stampen. Tijd om in te grijpen, ik ga op het pad staan zodat de frislingen me kunnen zien. Dat is genoeg want in een flits zijn de bosjes in. Luid knorrend blaast de hele rotte de aftocht. Wat een gaaf moment!




Drukte in Drenthe

En dan zit je opeens een weekje in Drenthe voor je werk bij TechniTeam. Drie huisartspraktijken die in één week over willen naar een nieuw systeem. Om niet elke dag op en neer te hoeven rijden hebben we een huisje gehuurd in Wapserveen. Een bekend plaatsje want hier kwam de kat (heel origineel Wapske genaamd) van familie van Krimpen vandaan.

Hoewel er flink gewerkt moest worden kon ik er toch een middagje op uit. Ik reed naar Oude Willem waar ik een route liep door het Drents-Friese Wold. Hoewel het er flink drassig was waren er weinig paddenstoelen. Mogelijk hebben deze nog steeds last van de droogte eerder dit jaar. De natuur was echter prachtig met mooie geel gekleurde lariksen, beuken en berken. De aanwezigheid van schaapskuddes maakte het echt Drents. Na een stuk gelopen te hebben merkte ik dat het wel erg snel donker werd. Op het pad voor me kon ik nog net de silhouetten van wat overstekende reeën zien. Uiteraard verdwaalde ik flink in het donker en met enige moeite kon ik de auto terug vinden. En dat terwijl het amper 18:00 uur was.
Op zich wel gezond, zo ook dit nu.nl artikel beschrijft.

Aan het einde van de week ben ik, voordat ik naar huis reed, nog even bij de hunebedden in Havelte geweest. Eerder die week was me opgevallen hoe goed zichtbaar de sterrenhemel was maar de hoeveelheid licht van de maan zorgde toch voor wat verminderd zicht. Wel kun je op de foto’s redelijk de verschillende sterrenbeelden zien. Een impressie:

Zonnig Zilt Zeeland

Nu ik voor mijn werk vaak naar Zeeland ga, heb ik soms de kans om na een warme werkdag even af te koelen in het water. Ik neem dan even een frisse duik in het Veerse meer of de Grevelingen. Heerlijk genieten want onderwater is er van alles te zien: anemonen, kwallen, grondels, af en toe een paling, stekelbaarjes, sponsen, krabben en ga zo maar door. Het blijft iedere keer weer verbazen hoe kleurrijk de Nederlandse onderwaterwereld is. We kwamen zelfs een strandkrab tegen met een kleurafwijking waardoor deze helemaal blauw is. Uiteraard moet je geluk hebben bij het snorkelen, hoewel de temperaturen de laatste weken iedere keer extreem hoog zijn kan het soms wat tegen zitten qua zonneschijn en helderheid van het water. Toch is het over het algemeen ieder keer weer top.

Zoek je een mooie stek om te snorkelen, neem dan contact met ons op. We willen best wel wat snorkel-hotspots delen.

Onverwachte ontmoetingen

Als ecoloog heb ik het voorrecht af en toe naar buiten te mogen gaan om de natuur observeren. Hierdoor kom ik in uiteenlopende landschappen terecht met bijbehorende planten en dieren. Hoe simpel of saai een opdracht lijkt, door de variatie in de natuur gaat het nooit vervelen.

Zo had ik laatst een prikkelig veldbezoek. Letterlijk. Het gebiedje bestond voornamelijk uit hoge bomen. De ondergroei bestond voornamelijk uit speenkruid, fluitenkruid, brandnetels en frambozen. De laatste prikten door mijn kleding heen. De bomen leken in geen jaren gesnoeid te zijn. Aan de wilgen was een stukje geschiedenis af te lezen. De eerste meter heeft een aanzienlijker omvang dan de takken na de splitsing. Meerdere bomen vertakten zich op gelijke hoogte. Dit laat zien dat het hier vroeger waarschijnlijk een hakhoutbos of griend is geweest.

Maar juist op zulke momenten weet je dat je geen doorsnee baan hebt. En dat niet alleen, door mijn werk ontmoet ik veel inspirerende mensen en soms loop ik met veldwerk tegen onverwachte plant- en diersoorten aan. Soms schat je in dat je in een klein stukje leefgebied geen of hooguit één hazelworm zult vangen. Vang je er drie! En vind je zelfs een zandhagedisje. Of andere leuke soortjes zoals de heivlinder, kommavlinder, boskakkerlak en mieren in allerlei soorten en maten. Heel verrassend.

Om hazelwormen te vangen gebruiken we trouwens een soort rubberen golfplaatjes. Door de kleur van de plaat warmt dit plekje ’s ochtends het snelste op in de ochtendzon. Hazelwormen zijn koudbloedig en hebben zon nodig om actief te worden. Zo’n plaatje is daarom een ideaal plekje om eens lekker onder te gaan zitten. Tot de ecoloog langs komt en je even herplaatst. In Karels Tuin hebben we inmiddels ook twee golfplaatjes liggen. Helaas blijkt het hazelworm bestand niet erg hoog te liggen in de polder! 🙂 Wel komen we geregeld vuurwantsen tegen en is de eerste muis gesignaleerd.