Dit jaar leek onze meivakantie bijna in het water te vallen. We wilden begin mei graag naar de Ardennen, maar alle huisjes bleken al volgeboekt. Gelukkig kwam er op het laatste moment toch een oplossing. Peters ouders waren die week ook in de Ardennen en hadden nog een extra slaapkamertje over. Bovendien zou een van de andere huisjes tot en met Bevrijdingsdag leegstaan.
Vanwege de drukte besloot Annette om de eerste week over te slaan. Ze moet nog goed op haar energieniveau letten. Daarom vertrok Peter alvast samen met Jente en Amélie richting de Ardennen. Op donderdagavond reed hij terug om Annette op te halen, zodat ze in het weekend toch nog mee kon genieten.
En genieten deden we zeker! Al in de eerste dagen zagen we volop edelherten. De bekende “wildrondjes” leverden weer veel op. De meiden genoten zichtbaar — soms gingen ze mee op een wildexcursie, en overdag speelden ze met hun neefjes en nichtjes. Het weer werkte ook mee: voor begin mei was het uitzonderlijk warm, en we konden zelfs regelmatig in de beek zwemmen.
Het absolute hoogtepunt kwam echter op zaterdagavond. Op een plek waar we eerder die week al een geweidrager in een pad hadden gezien, besloot ik nog een keer aan te zitten. Met mijn camouflagepak aan en omringd door wat dennengroen zat ik te wachten. Zelfs als je niets ziet, is het daar al geweldig. Je hoort de vogels zingen terwijl het langzaam donker wordt — een betere plek voor stille tijd is er niet.
Rond 20:30 uur kwam er ineens beweging aan het eind van het pad. Een zestal hindes verscheen en begon rustig te grazen. Helaas begon het licht te miezeren, en na een tijdje trokken ze zich weer terug. In het driekwartier daarna werd het steeds schemeriger. Foto’s maken was haast niet meer mogelijk. Via mijn telefoon probeerde ik nog met lange sluitertijden scherp te stellen, hopend op dat ene bijzondere moment.
En toen gebeurde het. Net toen ik wilde opbreken, zag ik opeens beweging op mijn camerascherm. Een enorm gewei vulde het hele beeld. Mijn adem stokte. Vanuit het struikgewas was, op slechts enkele meters afstand, een reusachtig edelhert tevoorschijn gekomen. Met de adrenaline gierend door mijn lijf bleef ik doodstil zitten. Gelukkig liep hij langzaam van me weg.
Maar het bleef niet bij één. Kort daarna volgde een tweede geweidrager. En toen een derde. In de schemer raakte ik de tel kwijt, maar ik schat dat er zeker zes geweidragers het pad betraden. Foto’s maken was haast niet meer te doen, maar wat een fantastisch moment! Zoiets maak je niet snel een tweede keer mee.