Categoriearchief: Tripjes

Al doende leert men…

Zachte blaffende geluiden. Geen geritsel of voetstappen. Ik luister nog eens goed: het komt dichterbij. Zou dat…? Echt waar…? Terwijl ik wakker wordt van deze geluiden en om me heen probeer te kijken ontdek ik wat de Sahel met je doet: mijn ogen voelen aan alsof ze gezandstraald zijn en op een heldere sterrenhemel na zie ik geen hand voor ogen.

‘Mijn zaklamp’ flitst het door me heen. ‘Waar is nou die felle zaklamp?’ Zodra ik mijn hand wil uitsteken naar de grond realiseer ik me dat ik buiten lig. Op een Hausa bed onder een klamboe. De klamboe is zorgvuldig ingestopt onder de matras om ongedierte als gekko’s, spinnen, loopkevers, schorpioenen en ander ongewenst gespuis uit m’n bed te houden. Snel naar een zaklamp op de grond grissen zit er niet bij. Fel is de meegenomen zaklamp evenmin en goede kwaliteit batterijen zijn lokaal moeilijk verkrijgbaar. Bovendien is het niet zonder risico om in het duister door de natuur te struinen waar onbekende giftige beesten op strooptocht zijn. Omdat ik mijn ogen amper open krijg door de droge lucht gemengd met fijn stof leg ik mij neer bij de situatie. Mijn lippen zijn gescheurd van de droge lucht die met een zwoele wind over het bed waait. Ik draai me om en blijf luisteren naar roepende woestijnvossen die vanaf twee locaties heel dichtbij zijn. Volgende keer toch die MagLite onder m’n kussen leggen!

De volgende morgen vinden we twee locaties waar de vossen holen hebben gegraven.

Loeren in het bos

’s Avonds gaan we het bos in om wild te spotten. Vanmiddag zijn we langs een wildkansel gelopen midden in het bos. We hebben goede hoop dat daar wat langs komt. Helaas is het bouwwerk niet sterk genoeg om twee personen te houden. Gelukkig hebben we ook een één-persoons schuiltent bij ons. Peter heeft deze vlak voor de vakantie op de kop weten te tikken. Daar zitten we dan. Annette in de wildkansel achter mij en ik in de schuiltent.

Notitie voor de volgende keer: een krukje meenemen! Na een half uur geknield te hebben gezeten switch ik toch maar naar kleermakerszit. Respect voor monniken die geknield mediteren. Die boomwortels onder de tent helpen ook niet bepaald. Maar dan loopt er opeens een edelhert voorbij! Gelukkig lukt het me om via het onderste kijkgat een foto te schieten. Ik probeer mijn camera op het statief voor het bovenste kijkgat te monteren. Zo’n schuiltent valt niet op, maar zo’n vierkante bewegende struik is toch wat te veel van het goede. Het hert sprint er vandoor terug het bos in.

De temperatuur in de tent begint inmiddels te stijgen. Naast de inspanning zorgt de natte bosbodem voor een hoge luchtvochtigheid. Het niet ademende polyester van de schuiltent zorgt voor een saunagevoel. Op de buitenkant landen de eerste dorstige muggen. Ik hoop dat ze de weg naar binnen niet ontdekken.

In de verte horen we raven. Dit kan beteken dat er een wolf in aantocht is! Raven volgen wolven vaak zodat ze een ‘graantje’ mee kunnen pikken als de wolf een prooi verschalkt. Met de pen van het logboek kan ik zo nu en dan de flap van de tentopening opzij schuiven om te controleren of er nog wild langs komt. Tot twee keer toe horen we vlakbij herten blaffen. Helaas blijft het daarbij. Als het te donker is om nog verder logboek te schrijven breken we op. Om 21:30 uur lopen we terug naar de auto. Onderweg naar de auto overrompelen we enkele herten die op enkele meters van ons vandaan het bos in stieren. Het is al te donker om ze nog te kunnen zien.

edelhert (Cervus elaphus)
edelhert (Cervus elaphus)

falderalderiere waterralderare

“Wat zou het gaaf zijn als we nu een roerdomp zien.” Hoor ik Maarten naast me verzuchten. “Wel jammer voor Annette die al vooruit gelopen is”, vervolgt hij.

We zien er niet uit, van onze kruin tot onze schoenen zit de modder. We hebben er een prachtige tocht opzitten door de uiterwaarden van Everdingen. En met veel succes, maar liefst vier waterrallen! Een pijlstaart, regenwulpen, watersnippen, buizerds, wintertalingen, slobeenden, aalscholvers, torenvalken, fazanten, reeën, zilverreigers en wat graspiepers. Kortom een topdag! We lopen naar de auto, nat van het languit achter je lens liggen in het natte riet, koud van het ijs wat her en der nog ligt. Het laatste stukje van het rondje gaat over de asfaltweg, terug naar de auto. Links van ons liggen de uiterwaarden, daarachter stroomt de Lek.

… “Misschien is het ook gewoon een kwestie van je ogen trainingen om ze te kunnen zien. Die roerdompen vallen echt niet op in het riet”, hoor ik mezelf zeggen. Halverwege de zin stop ik. Voor ons midden in een rietland staat een gouden standbeeld te midden van een zee van bruin. Terwijl ik mijn telelens voor mijn oog plaats zeg ik nog: “het zal toch niet?”
En ja hoor! Als kers op de taart staat midden in het riet de roerdomp!! En daar komt Annette met de auto aan! De roerdomp loopt rustig rond te banjeren en we kunnen hem uitstekend bekijken. Deze dag kan niet meer stuk!

Video:

Nachtbrakers

Laat je nooit misleiden door het woord ‘nacht’ in de naam van een dier. Deze viervleugelnachtzwaluw (Caprimulgus longipennis) kwamen we midden op de dag tegen in de woestijn.

We hadden ons voorafgaand aan onze reis goed ingelezen met onze Engelstalige reisgids over Niger. Toevallig vonden we bij de bronnen van de gids dat er een Nederlander had meegewerkt aan de sectie over vogels. Hij beheerde ook een database over de vogels die er voorkomen.

Na onze reis besloten we contact op te nemen met deze man. Wat wil het toeval? Hij woonde een paar huizen verder dan Hanna. Onze foto’s zijn nu onderdeel van de database: www.wabdab.org

viervleugelnachtzwaluw (Caprimulgus longipennis)
viervleugelnachtzwaluw (Caprimulgus longipennis)

Alpenanemoon

De Grote St. Bernhardpas verbindt het Zwitserse Val d’Entremont met het Italiaanse Valle d’Aosta. Ga je ooit die kant op, zorg dat je niet in de tunnel geraakt maar neem de slingerweg de berg over! Karel de Grote en Napoleon hebben deze pas te paard overgestoken. Een prachtige rit langs besneeuwde toppen, ijskoude watervalletjes en bergweides vol bloemen. Hier een foto van een alpenanemoon (Pulsatilla alpina). Onze Garmin autonavigatie vond de route overigens niet echt een succes. De hele toch heeft hij lopen kermen in zijn beste Italiaans dat we rechtsaf moesten slaan op Strada Statale del Gran San Bernardo. (een hele lange zin voor een navigatiesysteem)

alpenanemoon (Pulsatilla alpina)
alpenanemoon (Pulsatilla alpina)

Silurus glanis

In een waas zie ik een geel gevaarte langs mijn hoofd heen suizen. Een fractie van een seconde later klapt het blad van Annette’s peddel op het water. Vanaf dit moment gaat alles in slow-motion. Eerst een gigantische kolk. Dan een enorme plons, water wat overal heen spat, een gillende Annette en vervolgens een bijna kapseizende kano.  Verbijsterd staar ik voor me uit, de onderwatercamera nog in mijn hand waarmee ik net een foto aan het maken was. Ik hoor mezelf stamelen: … ik zei toch dat ie niet dood was?

Terug 5 seconden in de tijd, meneer Meerval geniet rustig van zijn middagdutje na een ochtendje jagen. Hier in deze inham in het riet kan niets hem storen. Geen reigers, boten of andere meervallen die hem kunnen irriteren. Rustig doezelt hij in slaap deinend op de stroming van de rivier de Biebzra. Een vredig leventje, al zegt hij het zelf. Echter…. als hij bijna in dromenland is wordt hij ruw gestoord. Een gigantisch geel gevaarte komt met een enorm geweld boven kop op het wateroppervlak vallen. Totale paniek barst los in zijn hersenpan. Met dat gele geweld boven hem moet hij naar beneden maar daar ziet hij een mensenhand een raar apparaat voor hem houden. Dan maar in de aanval, recht vooruit! Voor volk en vaderland!  Gelukkig! Hij weet zijn weg te vinden naar de diepte, weg bij deze onruststokers.

Even later kijk ik tijdens het peddelen de foto terug die ik met de onderwatercamera gemaakt heb. De vin op de foto is overduidelijk een meerval. De Europese meerval (Silurus glanis). Hij was springlevend. Ach het zal in de aard van de onderzoek(st)er zitten dat je alle dood-ogende dieren toch even moet controleren op polsslag. Maar stiekem had ik toch gelijk.

 

 

Culinaire uitspattingen: reisinspiratie

Tijdens onze reizen schrijven we een logboek waarin we verslag doen van onze avonturen. In een aantal blogposts selecteren we de leukste verhalen en avonturen met bijbehorende foto’s.

De feestdagen zijn een uitstekende gelegenheid om eens wat nieuwe recepten te proberen, geïnspireerd door reizen van het afgelopen jaar. Reizen biedt een gelegenheid om eens in een vreemde en nieuwe ‘keuken’ te kijken. In Polen gingen we eten bij Restauracja Pokusa in Białowieża (dorp). Het menu bestond uit koude roomsoep met gebakken aardappels of salade met eendenborst-filet (voorgerecht), hertengoulash met aardappelcake en haricotverts of eend in cider met rode bietjes en dumplings (hoofdgerecht). Als toetje kozen we een ijssorbet of een toetje met room, chocolade en suikerspin. Met een Oekraïens biertje (Peter) en een flesje cola (Annette) erbij smaakt het verrukkelijk.

In Belarus werden we onverwacht door onze gastheer, Sascha, in de watten gelegd. Hij had zich -in zijn vakantie!- uitgesloofd om ons de Nationale Belarussische gerechten te laten proeven. Bij aankomst had hij alvast avondeten voor ons gemaakt. In de oven staat aardappelschotel en gebraden eendenbouten. Wit-Russische gastvrijheid verklaren ze, we zijn verbaasd. In Nederland zal dit niet snel gebeuren als je een huisje huurt.

Op de dag van vertrek ontvingen we ’s ochtends een berichtje dat ze een verrassing voor ons hadden. Rond half elf een berichtje met het verzoek de oven aan te zetten!? Bij aankomst bleek waarom: we gingen eerst gezamenlijk uitgebreid dineren ’s ochtends om 11 uur. Aardappels en vlees uit de oven met een pittige knoflooksaus. We hadden geen honger op de terugreis.

Misschien wel het meest bekende (Bela)Russische gerecht is: borsjtsj! De eerste dag vorst en sneeuw van dit jaar waren voldoende voor een culinaire uitspatting: home made Zurek en Borsjtsj! Zowaar smaakt het ook nog een beetje zoals in Polen en Belarus. Met dank aan het recept van Sascha en een ruime interpretatie van translate.google.

31 december

Om het jaar mooi af te sluiten zijn we vanochtend toen iedereen nog op bed lag opgestaan. Een mooie wandeling door de bossen van Elspeet gemaakt. Het bos hing vol mist en alles was stijf bevroren. De afgevallen bladeren leken wel bestrooid met kristalsuiker. Glibberend over het grindpad zijn we bij Mennorode gestart. Een voettocht van zeker 15 kilometer verder hebben we gezien: 3 hindes, wat goudhaantjes, matkopjes, kleine bonte specht, raaf, eekhoorn en een prachtig herfstbos. Helaas was het grote wild foetsie. Was het het vuurwerk? Het einde van de bronst of de mist? In ieder geval nog nooit zo weinig gezien. De mooie bos plaatjes maken het toch nog een beetje goed.

Daarom iedereen bij deze een goed jaarwisseling gewenst en alvast een mooi, gezegend, wild-rijk 2017 toegewenst!

De beambte in shock

Tijdens onze reizen schrijven we een logboek waarin we verslag doen van onze avonturen. In een aantal blogposts selecteren we de leukste verhalen en avonturen met bijbehorende foto’s.

Op maandag reizen we naar Belarus. We zien vooral op tegen de grenscontrole, de wildste verhalen gaan daarover de ronde. De grenscontrole bestaat uit een aantal formaliteiten. Nadat Polen is verlaten steken we een rivier over en komen op Belarussisch grondgebied. De laatste van de totaal vijf controles aan deze zijde is de bagage en autocontrole. Voor het gemak staan de tafels klaar rondom de post. We hopen niet dat ze ons hermetisch gevulde Skoda helemaal gaan uitladen…

We worden ‘geholpen’ door een vrouwelijke beambte in strak blauw uniform, lang haar en hoedje. Ze gebaart dat ze de auto wil controleren. Annette haalt de bovenste laag van weekendtassen en slaapzakken uit de kofferbak. De beambte inspecteert te tassen en steekt haar hoofd in de kofferbak. Tussen de bagage ontdekt ze een vuilniszak. Ze trekt met een hand de zak open om te kijken wat erin zit en deinst meteen achteruit. Wat hebben die gekke Hollanders nu bij zich?!Een tondelzwam uit het bos? Jakkes!
Annette zegt met een zo onschuldig mogelijke gezicht iets over ‘souvenir’ en ‘forest’. Niet dat dat zin heeft want een andere taal dan Russisch lijkt de beambte niet te spreken. Ze lijkt het goed te vinden want we mogen de auto met paddo en al weer inpakken. Zo, dat was een makkie!

Leerbroekse zomergast en z’n matties

Altijd al de ooievaar van dichtbij willen zien? Of dat beest op de kerk zien zitten? In dit blog meer over deze vogel.

De ooievaar (Ciconia ciconia) is in sommige delen van Nederland algemeen, vooral rond het Liesveld. Halverwege de vorige eeuw zijn herintroductie projecten gestart in Europa omdat het slecht ging met deze gevederde witte vogel. Inmiddels lijkt het aanzienlijk beter te gaan.

In Polen zijn de ooievaars niet weg te denken uit het straatbeeld. Op iedere drie stroompalen is een nestvoorziening aangebracht. Bijna allemaal zijn ze dan ook in gebruik. In Wit-Rusland hebben ze wat minder luxe huisvesting tot hun beschikking. Desondanks weten de ooievaars op creatieve manier een nest te bouwen op stroompalen. Zwevend op drie stroomdraden en de punt van de paal worden jongen grootgebracht in het nest.

In Nederland zijn op verschillende plaatsen nestvoorzieningen aangebracht waar jaarlijks op gebroed wordt. Bekijk zelf de verschillen tussen Polen, Belarus en Nederland.
Lees meer over de NatGeo herintroductie projecten en foto’s op National Geographic.

Op JoeTroep hebben we een filmpje gezet van jonge ooievaars die oefenen met het bouwen van een nest bovenop onze kerk in Leerbroek:

Middeleeuws navigeren

Tijdens onze reizen schrijven we een logboek waarin we verslag doen van onze avonturen. In een aantal blogposts selecteren we de leukste verhalen en avonturen met bijbehorende foto’s.

Joepie! Vandaag komt de enveloppe van bol.com binnen met de autokaart van Wit-Rusland van Canadese makelij. Oeps, in het Engels! De plaatsnamen staan niet in het Cyrillische schrift wat daar op de verkeersborden zal staan. Een navigatie uitdaging! Het lukt Peter de kaart van Wit-Rusland op de outdoor-GPS te zetten. Zo reizen we opeens naar ‘Зубачи’ in plaats van Zubacy.

Zodra de Pools-Belarussische grens gepasseerd is gaat de Skoda navigatie op zwart, evenals de losse Garmin autonavigatie. Belarus valt officieel binnen Europa, maar volgens de navigatiesystemen niet. Bij het eerste tankstation over de grens kopen we een wegenkaartenboek van Belarus.
Helaas blijkt al snel onze nieuwe wegenkaart niet toereikend. De plaatsnamen staan op de verkeersborden in hoofdletters geschreven. Of is het een Belarussisch dialect? Zoals Zevenbergen tijdens carnaval ‘Zeuvenbultenlaand’ wordt genoemd? De plaatsnamen op onze nieuwe kaarten komen alsnog niet helemaal overeen. We volgen de windrichtingen, outdoor-GPS, kaart en een aanzienlijke dosis onderbuikgevoel.
Via ongebruikelijke wegen bereiken we alsnog onze vakantiebestemming.

Herfstkleuren

Omdat de bomen nu zo fantastisch buiten staan te pronken in hun herfstkleuren konden we het niet laten om een nachtje richting de Eifel te trekken. Door een fotowedstrijd die Peter had gewonnen konden we goedkoop verblijven in Hotel Heerlen. De eerste dag hebben we door het Geuldal gewandeld. Uiteraard niet zonder even een bezoek te brengen aan de ijsboer die er fantastisch ijs verkoopt. Zelfs bij ijskoud weer kan Annette dit niet weerstaan.

De tweede dag zijn we naar Hammer, Simmerath gereden in de Duitse Eifel. Een prachtige locatie waar we al vaak heerlijk hebben gekampeerd.  De kleuren waren zoals je op de foto’s kunt zien prachtig! Na een goede wandeling van een kilometer of 10 heerlijk voldaan terug getrokken naar het hoge noorden. Een aanrader!

Check ook de filmpjes die Annette met haar drone heeft gemaakt:

Nachtvlinderen in Zubachi, Belarus

Dit is mijn kans! Nachtvlinders spotten in Belarus! Die gedachte kwam al snel in me op toen we besloten dat Wit-Rusland onze bestemming van deze zomer zou worden. De reis telde ongeveer 4500 autokilometers en de opstelling is slechts enkele keren gebruikt.

Voor een goede ‘vangst’ moet je letten op een aantal factoren. De locatie en weersgesteldheid hebben grote invloed op het aantal vlinders dat op je laken afkomen. Het beste kies je een plaats uit waar openheid is en verschillende vegetatietypen. Bijvoorbeeld op de overgang van bos naar grasland. Hoewel je bijna het hele jaar wel nachtvlinders op het doek krijgt, zelfs bij nachtvorst, vang je toch meer als het wat warmer weer is. Beter is het niet te vochtig, heldere lucht en een donkere maan.

Ooit eens afgevraagd waarom nachtvlinders op een (felle) lamp afkomen? En wist je dat niet alle soorten op een lamp afkomen? Wespvlinders (Sesiidae) worden voor inventarisatie gelokt met feromonen. Nachtvlinders oriënteren zich met behulp van de maan of, als het meer bewolkt is, met sterren. Door de felle lamp raken zij gedesoriënteerd en belanden op het doek. Zo kun je zien wat er in de omgeving allemaal leeft. Ook waterkevers, hoornaars, sprinkhanen en spinnen kun je aantreffen op het doek. Om de meeste nachtvlinders te zien moet je even opblijven: tussen 0 en 2 uur ’s nachts zie je doorgaans het meest!

Waar veel natuurliefhebbers tegenop zien is het determineren van de kleine fladderaars. Als je er eenmaal aan begint wordt je vanzelf wijzer en gaat het gemakkelijker. Een aantal gidsen kunnen je er goed bij helpen:
– Nachtvlinders, De nieuwe veldgids voor Nederland en België (ISBN 9789021559223)
– Beknopte veldgids nachtvlinders, Alle soorten van Nederland en België (ISBN: 9789052107899)
– Colour Identification Guide to Moths of the British Isles (van Bernard Skinner)

In Wit-Rusland lokten wij nachtvlinders in ‘eigen’ tuin. Hoewel een hoosbui overtrok in de uren voorafgaand kwamen ruim 30 (macro)nachtvlindersoorten op het laken. De verwachting was hoger maar desondanks geen slechte vangst! Opvallend is dat veel soorten een iets andere tekening hebben dan dezelfde soort in Nederland. Dit maakt het determineren moeilijker. Ook bij dagvlinders zie je verschillen tussen dezelfde vlindersoort in Nederland of Italië. Het is altijd weer fascinerend en verwonderlijk hoe deze vaak donkere –voor veel mensen saaie- nachtvlinders verschillend zijn tot in de kleinste details.

Verder lezen?
www.geaflecht.nl/trekvlinders
zubachi.wix.com/belarus

De volgende soorten kwamen op doek in Zubachi, Belarus:

De kust, de zeeuwse kust

Zaterdag hebben we weer heerlijk gedoken in de prachtige Grevelingen. Aan de overkant van het weer regende het flink maar aan onze kant scheen de zon. De temperatuur van het water was lekker en onderwater barste het van het leven. Naast veel krabben, schelpdieren, sponzen, anemonen, wierslakjes en wieren kwamen we ook drie zeenaalden tegen. Twee kleintjes (Syngnathus rostellatus) en een grote (Syngnathus acus). Vooral de laatste is met zijn mooie tijgerprint en grootte een fantastische verschijning. De kop van de dieren lijken op zeepaardjes met de typische snuit. Prachtig om te zien hoe ze door het water rollen. Als ze dan ook nog even stil blijven liggen om een foto te schieten is de dag compleet!
Althans bijna dan, want even later zagen we een zeehond die het meer aan het verkennen was. Hij bleef wel nog op flinke afstand. Bij de Brouwserdam waren echter vijf zeehonden aan het vissen. Hoewel we niet dichtbij konden komen konden we ze toch goed zien omdat ze regelmatig vlakbij ons opdoken. Hoewel je haren ’s avonds als touw aanvoelen, je overal zand vindt en je overal schrammen hebt van de mossels is het heerlijk om zo te kunnen genieten van ons prachtige Hollandse water.

De morgenstond heeft wild in de mond…

Daar! Ssst! Zou dat…? Even met de verrekijker kijken. Oh nee, toch een struik. Langs de bosrand strekken de grasvelden zich uit die inmiddels tot heuphoogte gegroeid zijn. Daartussen hebben de edelherten zich tegoed gedaan aan de vele struiken. De struiken hebben door de hoge graasdruk een opmerkelijke vorm gekregen. Sommigen zijn nog klein waardoor ze tussen het hoge gras lijken op de rug van een bizon.

De wekker ging om 3 uur. Als je wild wilt zien doe je er verstandig aan een klein uur voor zonsopgang in het veld te zijn. Half vier ter plaatse in Białowieża lopen we een lang recht zandpad af richting de bosrand. Links en rechts strekken de velden zich uit. Al snel spotten we tussen het graan een paar kopjes met oren: edelherten! Met jongen! Het turen door de verrekijker is begonnen: hoe langer je kijkt, hoe meer oortjes verschijnen. In totaal tellen we binnen een uur zeker 68 edelherten, verdeelt over vier groepen.

Met een beetje geluk kom je ook ander wild tegen zoals bizons, reeën, vossen, dassen, elanden, hazelhoenders, slapende vlinders of wolven. Helaas hebben we de wolf (nog) niet gezien.

European bison Slapende vlinder met dauw Edelhert likt haar jong Oortjes tellen
European bison (Bison bonasus) Slapende vlinder met dauw Edelhert likt haar jong Oortjes tellen
Edelherten in hoge gras Hoge graasdruk Ree Eland
Edelherten in hoge gras Hoge graasdruk Ree (Capreolus capreolus) Eland (Alces alces)
Wildspotten ver weg... Hazelhoen (Tetrastes bonasia)
Wildspotten ver weg… Hazelhoen (Tetrastes bonasia)

Frislingen

Biggen, wandelende pyjama’s of ook wel frislingen zijn allemaal benamingen voor de jonge wilde zwijnen. In de periode februari tot juni worden de kleintjes geboren en kun je ze zien rondstruinen in bos en veld. Soms steken papa en mama zwijn op hun zoektocht naar voedsel een provinciale weg over. Een gevaarlijke actie die soms fataal afloopt.

Zo ook twee jaar geleden. Langs een provinciale weg lagen drie doodgereden biggen. Op het eerste oog was geen letsel te zien en lagen ze erbij alsof ze sliepen. Maar niets was minder waar. Bij een ‘autopsie’ door de preparateur bleek al snel de oorzaak: verbrijzelde schedels en een gescheurd buikvlies. Al met al een bloederige bedoening als je zijn huidje uittrekt.

Verkeersslachtoffers komen veel voor, met name in het voorjaar. Op een willekeurige dag in april kom je op het traject Tiel – Groningen als snel zeker 9 verkeersslachtoffers tegen. Het is niet verstandig een dood beest zomaar aan te raken. Belangrijk is te weten wat je doet: immers, het aanraken van een dode vos kan je de dodelijke vossenlintworm bezorgen. Een ongewenste gast dus.

Wil je een doodgereden dier laten prepareren bekijk dan eerst of het dier nog vers is. Je kunt letten op een aantal eigenschappen: de ogen zijn nog niet ingevallen, de haren of veren mogen niet loslaten en geen vliegen of kevers op het beest. Gebruik bij het aanraken van een dood beest altijd handschoenen. Alle dieren zijn bij de flora- en faunawet beschermd waardoor je niet zomaar een dood dier mag vervoeren of opzetten. Voordat je naar de preparateur gaat moet je bij het politiebureau een vervoersverklaring vragen. Dit heeft de preparateur nodig om het dier aan te melden waarmee je geconserveerde nieuwe huisdier legaal is.

Weblog_frislingen_MG_1653  Weblog_frislingen_MG_1655 Weblog_frislingen_IMG_0784 
Weblog_frislingen_IMG_0825kl Weblog_frislingen_IMG_0828kl Weblog_frislingen_IMG_0835kl Weblog_frislingen_IMG_4944 Weblog_frislingen_IMG_4943 Weblog_frislingen_IMG_4665

Nachtje Veluwe

Geen grap, 1 april was voor ons de eerste overnachting in de tent. Omdat het zulk heerlijk weer was en Peter toch al in Ede aan het werk was, besloten we donderdagavond hals over kop de tent in te pakken. Vrijdag vlogen de citroenvlinders al rond in Ede en het weer was perfect.
Na de tent op gezet te hebben en luxe te hebben gedineerd bij de lokale friettent, de fiets gepakt en de bossen in. Vanaf de camping bij de Mennorode in Elspeet naar de Roode duvel gereden. Daar het pad af het zand in. Al snel zagen we de eerste edelherten en reeën.

Wel nog een hele klus om met je fiets volgepakt met cameratas, statief en telelens een hert te besluipen om een goed plaatje te schieten. Als je bij zo’n move je fietsbel met je voet raakt kun je het dus wel vergeten. Gelukkig lukte het toch hier en daar ze mooi op de foto te krijgen. Helaas toch flink wat ruis in de foto’s maar daar viel weinig aan te doen. Als toppunt van de avond verdwaalde we met de fiets zagen we een roedel van 30!!! edelherten! Prachtig om zo’n deinende massa te zien draven.

We sloten de avond af met drie zwijnen. Hoewel niemand het gelooft als ik het zeg, is het toch echt waar. Je kunt ze ruiken ver voordat je ze ziet. Deze avond ook, we waren nog zeker een 800 meter verwijderd van de drie wroeters, toen ik tegen Annette zei dat ik zwijnen rook. Fijn als je dan je neus het bij het rechte eind heeft.

De nacht was niet koud, sterker nog, met een slaapzak en een dekbed was het smorenswarm. De tent werd omsingelt door konijnen die het gras maaide. De volgende ochtend nog een heerlijke ochtendwandeling gemaakt. Heerlijk om wakker te worden tussen de kloppende spechten en vers dennengroen. Ook gezien: een driehoornmestkever (Typhaeus typhoeus) en kikkerdril. Na met een blik bruinebonensoep geluncht te hebben op de heide weer richting Leerbroek. Al met al een heerlijke mini-vakantie.

blog_kamperen_elspeet_MG_4317 blog_kamperen_elspeet_MG_4338 blog_kamperen_elspeet_MG_4072 blog_kamperen_elspeet_MG_4083 blog_kamperen_elspeet_MG_4110 blog_kamperen_elspeet_MG_4135 blog_kamperen_elspeet_MG_4155 blog_kamperen_elspeet_MG_4166 blog_kamperen_elspeet_MG_4180 blog_kamperen_elspeet_MG_4186 blog_kamperen_elspeet_MG_4269 blog_kamperen_elspeet_MG_4276 blog_kamperen_elspeet_MG_4279 blog_kamperen_elspeet_MG_4169

Grevelingen

Afgelopen zaterdag was het dan zo ver, het kon niet langer wachten. We konden niet langer wachten om weer te duiken. Dus alles ingepakt en afgereisd naar Zeeland. Bestemming: den Osse, Nieuwe Kerkweg. Met dank aan het Waterschap zijn er tegenwoordig op tal van duiklocaties in Zeeland prachtige kleedkamers compleet met wc’s en een plek om je spullen uit te spoelen. Zo ook hier.

Om 9:30 kwamen we aan. Op het parkeerterrein stonden al twee auto’s.  Met een beetje druilerig weer, een straf windje en weinig zon kwam de temperatuur niet boven de 8 graden. Van massa toerisme vandaag geen sprake! Desondanks viel het eenmaal in het water best mee. We bleven in het ondiepe gedeelte. Behalve tal van groene wierslakjes ook prachtige doorzichtige zakpijpen, knotszakpijpen, zee-anjelieren, muiltjes, zee-egels en mosselen ook wat vissen en veel grote hooiwagenkrabben. Wat een prachtige monsters zijn dat zeg! Onzichtbaar gecamoufleerd door het wier op hun poten lopen ze als een soort spinnen over de zeebodem.

Na een half uurtje te hebben rondgedobberd waren we voldoende afgekoeld. Hoewel het door de golfslag wat beroerd foto’s maken was toch een mooie duik!

blog_grevelingen_IMG_7288 blog_grevelingen_IMG_7286 blog_grevelingen_1

Krijsende biggen

Wat doe je als je na een week cursus in Zwolle op vrijdag vroeg klaar bent en het sneeuwt? Nou dan neem je uiteraard de afslag bij Elspeet, pak je camerarugtas uit je kofferbak en ren je het bos in. Heerlijk om even de boslucht te verruilen met lucht van 15 ICT-ers die samen de hele dag in een hok zitten. Even de natte sneeuw te ervaren die hoofdhaar doorweekt.

Na een tijdje lopen zag ik in het bos een pa en ma zwijn rondscharrelen. Tot mijn verbazing echter hoorde ik dat het kroost al geboren was, want enkele biggen (goed weggedoken in de bosbessenstruikjes) slaakten af en toe een schelle krijs. Helaas vonden pa en ma zwijn dat hun je jonkies nog niet toe waren aan een celebrity status en besloten gezamenlijk de benen te nemen. Het lukte me dan ook niet om foto’s te maken van de krijsende biggetjes.

Sowieso valt er nog veel te leren als het gaat om wild fotograferen. Dat merk ik iedere keer. Neem ik mijn driepoot statief mee? Neem ik mijn beanbag mee? Of allebei? Als ik mijn beanbag meeneem hoef ik niet te veel te tillen en het door de bosjes sluipen met een kussen is makkelijker als een uitgeklapt statief. Maar neem je nou zo’n kussen, dan is het goed mogelijk dat er planten voor je onderwerp staan. Kortom we zullen binnenkort nog maar eens terug moeten.

IMG_3713 IMG_3720 IMG_3729 IMG_3750 IMG_3768 IMG_3766 IMG_3774 IMG_3773