Galerijen

Drukte in Drenthe

En dan zit je opeens een weekje in Drenthe voor je werk bij TechniTeam. Drie huisartspraktijken die in één week over willen naar een nieuw systeem. Om niet elke dag op en neer te hoeven rijden hebben we een huisje gehuurd in Wapserveen. Een bekend plaatsje want hier kwam de kat (heel origineel Wapske genaamd) van familie van Krimpen vandaan.

Hoewel er flink gewerkt moest worden kon ik er toch een middagje op uit. Ik reed naar Oude Willem waar ik een route liep door het Drents-Friese Wold. Hoewel het er flink drassig was waren er weinig paddenstoelen. Mogelijk hebben deze nog steeds last van de droogte eerder dit jaar. De natuur was echter prachtig met mooie geel gekleurde lariksen, beuken en berken. De aanwezigheid van schaapskuddes maakte het echt Drents. Na een stuk gelopen te hebben merkte ik dat het wel erg snel donker werd. Op het pad voor me kon ik nog net de silhouetten van wat overstekende reeën zien. Uiteraard verdwaalde ik flink in het donker en met enige moeite kon ik de auto terug vinden. En dat terwijl het amper 18:00 uur was.
Op zich wel gezond, zo ook dit nu.nl artikel beschrijft.

Aan het einde van de week ben ik, voordat ik naar huis reed, nog even bij de hunebedden in Havelte geweest. Eerder die week was me opgevallen hoe goed zichtbaar de sterrenhemel was maar de hoeveelheid licht van de maan zorgde toch voor wat verminderd zicht. Wel kun je op de foto’s redelijk de verschillende sterrenbeelden zien. Een impressie:

Herfstkleuren op dankdag

Zoals jullie hebben kunnen lezen zijn we nog altijd druk aan het verbouwen. En ja verbouwen kost tijd, veel tijd! Hierdoor schiet het wandelen in de natuur er weleens bij in. Het was dan ook hoog tijd om afgelopen woensdag het bos weer eens te bezoeken. Behalve dat de bossen momenteel in prachtige herfstkleuren staan is het ook fijn om even je gedachten weer op orde te krijgen.

Deze week was een bijzondere week: zondag werd Jente gedoopt en woensdag was het dankdag. En en waar kun je beter zijn met dankdag dan in de natuur?  We maakten een wandeling bij Pyramide Austerlitz. Hoewel de herten zich niet lieten zien waren er genoeg andere dingen te zien: paddenstoelen, vogels en bomen die van groen tot rood en geel kleurden. Jente mag op zulke uitstapjes in de draagdoek. Iets wat ze fantastisch vindt. Niet alleen kan ze goed rond speuren naar grof wild, ze zit ook nog eens lekker warm tegen pappa’s buik.

Hoewel ze nog maar amper groter is dan het blad van een Amerikaanse eik begint de inbostrinatie (niet mijn grap, maar bijzonder grappig) zijn vruchten af te werpen. Met grote ogen kijkt ze rond naar de bomen die met hun gigantische takken over onze hoofden staan uitgespreid. Volgend seizoen maar eens kijken hoe stil ze in de schuilhut is. Wordt vervolgd!

Zonnig Zilt Zeeland

Nu ik voor mijn werk vaak naar Zeeland ga, heb ik soms de kans om na een warme werkdag even af te koelen in het water. Ik neem dan even een frisse duik in het Veerse meer of de Grevelingen. Heerlijk genieten want onderwater is er van alles te zien: anemonen, kwallen, grondels, af en toe een paling, stekelbaarjes, sponsen, krabben en ga zo maar door. Het blijft iedere keer weer verbazen hoe kleurrijk de Nederlandse onderwaterwereld is. We kwamen zelfs een strandkrab tegen met een kleurafwijking waardoor deze helemaal blauw is. Uiteraard moet je geluk hebben bij het snorkelen, hoewel de temperaturen de laatste weken iedere keer extreem hoog zijn kan het soms wat tegen zitten qua zonneschijn en helderheid van het water. Toch is het over het algemeen ieder keer weer top.

Zoek je een mooie stek om te snorkelen, neem dan contact met ons op. We willen best wel wat snorkel-hotspots delen.

De zingers van de Zouwe

Als je van vogelgeluid happy wordt is het nu wel de mooiste tijd om er ’s ochtends vroeg uit te gaan en de natuur in te trekken. Een paar weken terug was ik in natuurgebied De Zouweboezem. Dit gebied bestaat uit rietlanden, grienden en de rivier de Oude Zederik die er doorheen stroomt. Het gebied is fantastisch om vogels te spotten. Zeker als je vroeg in de ochtend bent is het een gefluit en gekwaak van jewelste. Of zoals het in het Hooglied staat: “De bloemen worden gezien in het land, de zangtijd genaakt, en de stem van de tortelduif wordt gehoord in ons land.”

Na eerst even bij de broedende kiekendieven te hebben gekeken ga ik via het plaatsje Sluis naar beneden, de dijk af. Er is daar een fietspad met aangrenzend veel riet. Al snel zie ik rietgorzen en tjiftjafs. Ook de rietzangers laten zich vandaag erg goed zien. Bovenin een rietstengel zittend schreeuwen ze hun keel schor met een repertoire waar een doorsnee orkest nog wat van kan leren. Na een stukje gelopen te hebben hoor ik een snor (niet te verwarren met gelijknamige lichaamsbeharing). Na een tijd wachten komt hij eindelijk te voorschijn. Hoewel zijn verenkleed niet heel bijzonder is, is zijn roep dat des te meer. Je kunt die hier beluisteren.

Als ik bij het plankenpand sta, zie ik opeens een blauwborst in mijn ooghoeken. Deze prachtig gekleurde vogel broed in ons land van maart tot juli. Buiten deze maanden overwinteren de blauwborsten in Spanje, Portugal en West-Afrika. Heel even laat hij zijn oranje staartveren waaieren maar het vogeltje is sneller dan ik kan fotograferen. Toch een prachtige ervaring. Als ik om 11:00 uur weer terug loop naar de auto is het inmiddels druk geworden op het fietspad. Andere vogelaars zijn gekomen om ook van dit prachtige natuurgebied te genieten. Ik ga snel naar Nieuwland, daar wacht de verbouwing.

Koningsdas

Jawel, terwijl heel het Nederlandse volk de verjaardag van onze koning vierde piepten wij er tussenuit. Naar het zuiden, naar onze afvallige provincie: België. Mormont (Érezée), om precies te zijn. Hoewel daar geen rood-wit-blauwe vlaggen wapperden, vlogen ook daar de oranjetipjes om je oren. De lente is nu op volle toeren en dat kun je in de natuur goed zien. Maarts viooltje, slanke sleutelbloem, dotters, pinksterbloemen, alles groeit en bloeit. Het was dan ook weer volop genieten in de vorstelijke wouden van de Ardennen. We zagen edelherten, parende tauvlinders, boomleeuwerik, zonnende mieren, vuursalamanders, reeën, een vos (de meeste dieren waren in het oranje-bruin gestoken), maar de kroon op dit weekend was wel onze ontmoeting met Dirk Das.

We wisten al dat Dirk Das zijn intrek heeft genomen op een weilandje in de buurt. De vele holen en zandhopen verraden zijn aanwezigheid. De eerste avond en daarop volgende ochtend probeerden we vanuit een schuilhut hem te zien. Helaas zonder succes en dat terwijl de nachtcamera het bewijs leverde dat Dirk om half 9 een luchtje was komen scheppen! De tweede avond pakten we het anders aan. Op zeven meter van het burcht verwijderd positioneerden we ons in het struikgewas. De minuten vervlogen waarin we langzaam het gevoel in onze benen kwijt raakten. Na een uur roerloos te hebben gezeten vervloog de hoop. Had Dirk besloten vandaag de achterdeur te gebruiken? Het werd inmiddels ook al schemerig en de condities om een foto te maken werden slechter en slechter. Maar toen we bijna wilden weggaan is hij daar opeens: Dirk! Zijn kop boven het hol uit stekend neemt hij de omgeving eens goed in zich op. Zijn neus gaat omhoog om even alle aroma’s van de omgeving op te snuiven. Binnen enkele seconden heeft hij zijn hoofd al weer in het hol getrokken. Hij vertrouwd het zaakje niet helemaal. Na een halve minuut doet hij nog een poging. Nu komt hij even de burcht in zijn geheel uit om zijn ogen (hoewel ze niet al te best zijn) even aan het licht te laten wennen. Hij draait zich eens rond maar voelt: iets is hier niet pluis. Hij gaat weer snel naar binnen. Zijn vrouw en kinderen naar binnen dirigerend. Ze moeten nog maar even een half uurtje binnen spelen. De wildcamera laat prachtig zien hoe ze even later met hun vieren buiten de burcht komen. De kinderen dollend en spelend terwijl de ouders zich even een goede poets- en krabbeurt geven. Afijn, de beelden spreken voor zich.

En met zo’n ontmoeting is ons weekend met vlag en wimpel geslaagd!

Zwijnen in de spotlight

De verbouwing van ons stulpje gaat goed door alle hulp die we krijgen. Na drie weken bouwvakken is het echter de hoogste tijd om eens lekker te ontspannen. Voor ons betekend dat kilometers struinen door de natuur. Dit keer gingen Henk en ik wandelen in Elspeet. Een prachtig stukje Veluwe waar we inmiddels elk pad wel kennen. De auto-thermometer geeft maar liefst 31 graden Celsius aan als we uitstappen bij Mennorode. Al snel zien we reeën. Ook opvallend veel insecten: groentjes, dagpauwogen, bont zandoogjes en groene zandloopkevers. Even later zien we een zwijn door de begroeiing banjeren. Hij blijkt niet alleen te zijn, maar liefst 80 zwijnen zien we deze avond!

Het mooiste moment volgt even later. We zitten bij een weitje te posten. Aan het eind van het veld lopen wat zwijnen te wroeten. Opeens een geritsel achter ons. Bertus Big stapt vol zelfvertrouwen door het struikgewas. Vanavond zal hij ze eens laten zien wie het stoerste zwijn van het bos is! Zonder blikken of blozen stapt hij het weitje op. Hij bedenkt zich echter en besluit eerst nog even lekker wat teken van zijn rug te schuren bij die boom vlakbij. Pas als hij op luttele meters van de boom is verwijderd waar wij verrast zitten toe te kijken ruikt hij onraad. Hoort hij daar de sluiter klikken van een Canon-EOS-60-D-met-300-millimeter-lens-en-teleconverter!?! Even staat hij verschrikt, als aan de grond genageld. Dan rent hij gillend met staart omhoog terug het bos in. Dan maar even wat minder stoer.

Zaterdag ben ik nog maar een keer geweest, nu met Annette. Uiteraard moesten we even langs het VVV in Elspeet om zo’n lief zwijntje in knuffelvorm te kopen voor op de babykamer. Want zeg nu zelf, ze mogen woest zijn maar zien ze er niet gigantisch knuffelbaar uit?

Hitsige heikikkers en andere kwakers

De eerste week van april is het op veel plekken zover: de temperatuur stijgt iets waardoor kikkers en padden op slag verliefd worden. Dit is niet alleen te zien aan de grote hoeveelheid platgereden exemplaren op het asfalt of dubbeldekkers in de sloot. De heikikkers verraden hun verliefdheid doordat ze van kleur veranderen: van bruin naar lichtblauw! Een bijzonder verschijnsel.

De heikikker is een algemeen voorkomende, niet bedreigde kikkersoort die Europese bescherming geniet. Desondanks zijn ze veel minder bekend dan hun luidruchtige groene of bruine kikkerneefjes/-nichtjes. Twee jaar geleden hadden wij al geruchten gehoord dat de heikikker in de polder achter ons huis moest voorkomen. Een zoektocht vorig jaar leverde wat verdachte geluiden op, maar een waarneming kwam er niet. Tot afgelopen zondagmiddag tijdens een korte wandeling in het lente zonnetje.

Langs het druk bereden fietspad hoorden we het bekende geblob (als een fles die je onder water duwt) van de heikikker. Na wat speuren zagen we de blauwe jongens in de sloot en op de oevers zitten. Zodra je te dichtbij komt zijn ze meteen vertrokken. Wist je dat alleen de mannetjes heikikkers verkleuren in de paartijd? En als je goed oplet zie je binnen enkele honderden meters aan beide kanten van het pad meer dan 30 heikikkers zitten. Hoe hebben we die al die jaren over het hoofd kunnen zien!?
Natuurlijk is er op een zonnige middag in april nog meer te beleven in de polder. Ook de bruine- en groene kikkers blijken al flink wat kikkerdril gelegd te hebben. De ringslangen liggen weer op te warmen in het zonnetje. Zo zie je maar dat de ogenschijnlijk eentonige vlakke polder vol verrassingen zit!

Piepers in de polder

Het is maart en dat betekent dat ook de grutto’s weer terug in ons land zijn. Het onmiskenbare gepiep ‘gruttooo, gruttooo, utto-utto-utto’ wordt weer gehoord. Na zo’n 5000 kilometer vliegen komen ze vanuit Senegal en Guinee-Bissau terug naar de voor hun vaste stekjes in onze weilanden. Uitgeput storten ze zich hier op de regenwormen en andere insecten. Al een paar jaar probeer ik foto’s te maken van deze prachtige vogels maar erg lukken wilde dat tot nog toe niet.

Tot ik vorige week een zondagmiddag wandeling in onze ‘achtertuin’ maakte. Wat een verrassing! Op het land van familie de Bruin was een pompinstallatie neergezet om het weiland blank te zetten. Hierdoor wordt een weiland omgetoverd in een plas-dras weiland. De plas-dras is erg belangrijk voor onze gasten uit Afrika! In de natte weilanden kunnen ze gemakkelijk met hun snavel in de modder porren. Zo kunnen ze hun afgetrainde buikje weer snel vullen met overheerlijke sappige regenwormen. De plas zat dan ook meteen vol met bezoekers: wintertaling, smienten, ganzen, wilde eenden en zowaar grutto’s en tureluurs!

Onze Aquila schuiltent komt nu heel goed van pas! Helaas is het nog niet zo lang licht, maar als het even kan zit ik in de tent aan de rand van de plas. Heerlijk om het ’s ochtends licht te zien worden met uitzicht over een blinkende spiegel waar af en toe wat doorheen hupt. Bijvoorbeeld een grutto vrouwtje met ringen aan haar poten. Deze is geringd door Astrid een paar weilanden verderop. Zelfs twee baltsende grutto’s kwamen even poseren. Op het toppunt zaten er maar liefst 22 grutto’s!

In het spoor van de das

Terwijl we in Nederland nog maar net onze auto ’s ochtends hoeven te krabben, ligt er in België nog gewoon sneeuw. Sterker nog, enkele dagen geleden sneeuwde het er nog. Omdat we toch in de ‘buurt’ waren hebben we een nachtje geslapen in Mormont (Érezée). In dit pittoreske plaatsje weten we inmiddels een paar locaties waar dassen wonen. Dassen houden geen winterslaap, maar zijn in de winter wel een stuk minder actief. Desondanks waren er in de verse sneeuw tal van pootafdrukken te vinden. Uiteraard hebben we de nachtcamera opgehangen vlakbij een spoor. En jawel hoor, de volgende dag hadden we een filmpje van zo’n mooie zwart-witte zwerver. Iets minder fortuinlijk ging het zijn familielid(?) af. De volgende dag vonden we hem in een veldje verderop. Blijkbaar was er al een beest aan het slepen geweest met het karkas van de dode das want er ging een bruinrood spoor door de sneeuw.

Herten spotten valt momenteel ook niet mee. Met hun donkere wintervacht vallen de reeën en edelherten weg tegen de zwart witte achtergrond. Daarbij vormen de edelherten nu grote roedels. Je ziet er dus geen één, of een heleboel tegelijk. Wij hadden het geluk een roedel te spotten. Weliswaar geen grote geweidragers (die vormen aparte roedels, los van de hindes) maar toch fantastisch om te zien!

Achttien oranje ogen

Tussen de groene en oranje wordende blaadjes zie ik een bruin kopje. Diep oranje ogen met daarin zwarte pupillen kijken me nijdig aan. Twee oorpluimen die geen echte oortjes zijn omhoog gespitst.
De laatste middagzon schijnt af en toe net op een geel bruin verenkleed. Zachtjes valt een braakbal met daarin een compleet muizenskelet op de parkeerplaats. Het was vanmiddag werkelijk genieten. Niet één, nee, maar liefst negen ransuilen hebben hun winterverblijf gevonden vlak voor de deur bij Esther. Daar zitten ze in alle stilte te wachten tot het laat genoeg is om vleermuizen of muizen te gaan vangen. Zo tegen het eind van de herfst zoeken uilen elkaar op en gaan ze op zogenoemde roestplekken zitten. Blijkbaar vonden deze uilen een boom in het midden van een woonwijk een geschikte plek. Ik vraag me dan af of ze daar met elkaar geen mot over maken. Zoiets als: “ik zei nog dat dit geen goede boom was. Jij moest zo nodig deze boom kiezen.”

Hoe het ook zij, het levert prachtige beelden op. Esther, hartelijk dank dat je dit met ons wilde delen!

Ontmoetingen in de polder

Om te genieten in de natuur hoef je niet ver te gaan. Op slecht 6 kilometer hierbij vandaan ligt een prachtig plekje: de Bolgerijsekade. Rond de Bolgerijskekade liggen mooie weilanden omgeven met grienden vol wilgen, elzenbosjes en populierenopstanden. Er lopen veel reeën in het gebied en er zitten tal van vogelsoorten. Iets voorbij de T-splitsing van de Bolgerijsekade en Kostverlorenweg kun je parkeren en vandaar neemt een wandelpad je mee de polder in. De slootjes staan voor krabbenscheer en in de natte stukjes loofbos groeien tal van paddenstoelen. De slootkanten begroeit met kattenstaarten en zwanenbloemen. Halverwege de route kom je langs een kijkscherm, maar het uitzicht over de plas water erachter is niet veel soeps. Veel interessanter is het hoornaar-nest vlak langs de route. Het zit netjes weggewerkt in een hol in een knotwilg. De knotwilgen zijn hier prachtig bekleed met dubbelloofvaren.

Vooral tegen de schemer bij de ondergaande zon is dit een prachtige plek om te zijn. De rust en stilte zijn fenomenaal. Een uil roept in de verte, een paar buizerds die vechten, een winterkoninkje wat dapper zijn territorium verdedigt. Op zo’n moment bekruipt je een gevoel wat niet in woorden is te vatten. Zoiets kan je alleen ervaren. Vooral na een dag werken kom je hier heerlijk weer tot jezelf. Hier kun je even je gedachten op een rijtje zetten. Even met God praten. Even luisteren naar de wind. Even genieten van de laatste rode zonnestraaltjes. Heerlijk!

de Viaanse put

Terwijl je van het huidige herfstweer ook redelijk in de put kan raken zijn we enkele weken geleden nog letterlijk in de put geweest. De Viaanse put wel te verstaan, onder de rook van de A2 ligt pal naast de rivier de Lek deze recreatieplas. Een plekje waar veel mensen even een frisse neus halen of de hond uitlaten maar ook een prima plek voor een frisse duik. Door de zandbodem is het water er prachtig blauw. Vlak bij de rand is de bodem vrij ondiep maar in het midden van de plas moet het vrij diep zijn. Toen we er een keer gingen duiken hebben we de bodem niet gered. Vooral op de rand tussen het ondiepe en diepe gedeelte voel je de kou je tegemoet komen.

We gingen naar het mooiste plekje om te snorkelen. Vanaf de parkeerplaats links en dan in het gebied waar je hond vrij los kan lopen meteen richting de waterkant. Er is daar onderwater een schiereilandje wat erg mooi begroeid is. Je kunt het zelfs op de satellietbeelden van Google Maps zien liggen.

Al vrij dicht bij de kant zwommen een karper en een snoek haastig weg. Helaas alleen een registratiefoto kunnen maken. Een grote baars wilde wel uitgebreid poseren. Ook de honderden voorntjes zorgde voor wat aangename plaatjes. Hier en daar een zwanenmossel of wat zebramossels en het is heerlijk genieten.

Voorntjes (Cyprinidae sp.)

Afbeelding 1 van 6

Paddo’s in de polder

Dit verhaal begon bij een berichtje wat we kregen van @EstherTienhoven: “We gingen de schapen controleren en toen kwamen we iets geks tegen in het bos. We kunnen het niet plaatsen … jij?”

Wat zou dat zijn? Het lijkt wel rijp op een grasspriet, maar dat kan niet in de zomer. Hele kleine kevertjes misschien? Na wat research op internet komen we erachter. Het geks blijkt niets minder te zijn dan Witpootglinsterkopjes (Diachea leucopodia). Een minuscuul slijmzwammetje wat vrij zeldzaam is. Het plan is snel gesmeed: op zaterdagmiddag gaan we het zwammetje bewonderen.
Aangekomen op de boerderij gaan we op poldersafari in een oude Willy leger jeep. Een dergelijke auto rij je voor de fun, niet voor het comfort. Aangekomen op locatie treffen we een diversiteit aan planten aan. Een laagveenbosje waar weinig ingegrepen wordt door mensen. Langs een smal paadje, aan de voet van de boom is een groepje brandnetels en grassprieten overgroeit met iets wits. Het Witpootglinsterkopje! Alles is er mee bedekt, gras, brandnetels. Prachtig om te zien! Zoals de naam al aangeeft heeft het minuscule hoedje van elke paddenstoel een prachtig glanslaagje. Alleen met een goede macro-foto kun je dit zien.

Inmiddels schieten de paddenstoelen trouwens overal echt weer als paddenstoelen de grond uit. Vlakbij ons huis kun je duivelseieren vinden. Deze eieren zijn het begin van de grote stinkzwam.

Witpootglinsterkopje - Diachea leucopodia

Afbeelding 1 van 10

Een dag vol verassingen

Vandaag zouden we zogenaamde “zijwangen” voor onze Erdman Schmidt tent gaan kopen. Deze stukken doek kun je aan de zijkant van je tent bevestigen waardoor je een soort halletje krijgt naar buiten. In Drenthe woont Gjalt van der Wal die nog veel van ons al 15 jaar lang failliete favoriete tentenmerk verkoopt. We hadden hem gemaild met het type ritssluiting wat onze tent heeft. Hij had nog wel wat van deze flappen in bezit. Na een rit van anderhalf uur duiken we de bergplaats van een mooi Drents boerderijtje in, opzoek naar de begeerde onderdelen. Helaas, hoewel de ritssluiting overeen komt blijkt onze tent dusdanig oud (1993) dat de rits toch niet past. Of we interesse hebben in een ander model, vraagt de man. Hij heeft toevallig nog een tent -model Krekel- wat het grotere broertje is van onze huidige tent. Prijs komen we wel uit.
Hoe het gaat gaat het, maar een kwartier later staan we in zijn tuin een tent op te zetten. We zijn niet de enige die vandaag een oude tent bij hem kopen: nog 3 andere kopers staan in de tuin met een tent te stoeien. De tent is overcompleet met grondzeilen, speciale zalf voor je tentstokken en zelfs vlaggetjes. Zodra hij staat zijn we verkocht. Een prachtige grote tent! De eerste verassing van vandaag is een feit.

Na het “ophalen van de zijwangen” gaan we door naar het Dwingelderveld. Hier schijnt een grote populatie adders te zitten. Annette heeft via via wat plekken door gekregen. De eerste locatie bevindt zich langs een fietspad. Het lijkt wel of heel 65+ Nederland zich hier op dit moment op de fiets bevindt. Desondanks duurt het niet lang voordat Peter een klein vreugdedansje maakt. Een adder! Helaas zijn we veel te laat op de dag om goed foto’s te maken. De adders zijn nu helemaal opgewarmd en daardoor extra alert. Na een paar vlugge shots glijdt hij snel het struikgewas in.

Een vrouw komt naar ons toegelopen. Hebben jullie hem gevonden? luid haar vraag. Eh… ja, reageren we verbijsterd. Zien we er dan zo duidelijk als slangenzoekers uit?! U bedoelt die adders toch? reageert Peter. De vrouw kijkt onthutst. Adders….? Nee die geocache die hier moet liggen. We liggen in een deuk. Blijkbaar kun je toch op dezelfde plek zijn voor totaal andere redenen. De vrouw murmelt nog iets dat haar kinderen het zat zijn en neemt de benen.

Al snel vinden we meer adders. Vier stuks in totaal! Allemaal erg schuw, maar wat een prachtige beesten. We lopen nog even een stukje heide op en vinden klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe) tussen de bloeiende struikhei en dophei.

We vervolgen naar locatie twee. Hier is het een stuk natter. We scoren de ene adder na de andder! (slecht woordgrapje, ik weet het). Soms staan we er bijna bovenop voor we ze zien. Topplaten worden het vandaag niet, daarvoor zijn ze veel te alert maar we zien er genoeg. Het resultaat van vandaag: 11 adders en natte schoenen voor Peter! We hadden gehoopt een adder te zien, maar zoveel is ook weer een pure verassing. We gaan voldaan naar huis!

Kiekendieven kieken

Wie bij Kampina meteen aan een melkproducent denkt moet nodig eens naar buiten. Vandaag zijn we in de Kampina geweest. Een natuurgebied met bos, heide en beekdalen in Noord-Brabant. Maarten, Arné en ik gingen vroeg op pad, om 7:00 stonden we op de parkeerplaats. Zonder koffie welteverstaan want die stond vergeten op de keukentafel bij familie Roest. Al snel zien we op de weilandjes langs het pad reeën. Ze hebben nu nog een woeste vacht vol vale plekken door het wisselen van de wintervacht in een zomervacht. Het moment is prachtig: dauw op het gras, vogels die de nacht weg fluiten, een specht die opzoek naar zijn ontbijt en er lustig op los tikt. Alleen het tikken van de camerasluiter en verder niets. De atmosfeer is adembenemend mooi.

Iets verder worden we compleet verrast. Een ree staat op enkele meters van het pad als we hem passeren. Een moment staart hij ons roerloos aan om vervolgens weg te sprinten het schemerige bos in. Op het pad vliegt een goudvink op. Ook al zo’n prachtig beest. Vanuit het bos lopen we richting een vennengebied waar een kijkscherm geïnstalleerd is. Opeens vliegt en pijlsnel iets over ons heen. Een visarend is op de plassen bezig geweest om vis te verschalken. Bij het kijkscherm zelf is niet veel te zien, wat eenden en ganzen bevolken de plas. Het weer is wat bewolkt en fris. In een boom vlakbij zit echter een gekraagde roodstaart te zingen. Blij met alles wat we hebben gezien lopen we richting de heide. We horen iets tjirpen. Met lange halen wordt het tjirpen herhaald. Als ik niet met van die vogelkenners op pad was geweest had ik gedacht dat er een reuze sprinkhaan in de bosjes had moeten zitten. Ik vergis me echter, het gaat hier om een vogel: de sprinkhaanzanger. Bij sommige vogels vraag je je af waar ze hun naam aan te danken hebben (neem nou bijvoorbeeld de merel) maar bij deze is het onmiskenbaar! We wachten en wachten, maar hoewel het vogeltje treiterend blijft zingen laat hij zich niet zien. Als we op het punt staan het op te geven zie ik in een flits iets door het gele gras heen schieten. We houden ons muisstil en wachten. Maar dan wordt het wachten beloond! In een omgevallen dennenboom hupt meneer van tak tot tak. Af toe kunnen we snel een glimp van hem opvangen. Prachtig!

Na een setje registratieplaten lopen we verder. Op de heide bungelt een leeuwerik in de lucht. Met sierlijke duikvluchten komt hij af en toe naar beneden. We proberen zijn buitelingen vast te leggen maar oh wat is hij snel! Verderop bij de vennen vinden we ronde zonnedauw. Hoewel hij nog op de rode lijst staat, zie je hem tegenwoordig steeds vaker. Hij is officieel sinds begin dit jaar ook niet beschermd. Een prachtig plantje groeit op een polletje veenmos middenin het water. Ik leun met mijn voeten op een pol gras. Ik moet met mijn armen reiken om het plantje goed scherp te krijgen. Nog ietsje dichterbij voor een goed shot. Ik voel beweging bij mij voeten en ja hoor. Ik zak dwars door de pol zo het moeras in. Natte voeten, schoenen en broekspijpen, heerlijk.

We gaan richting huis. We hebben zoveel gezien dat we het gevoel hebben er al een dag op te hebben zitten. Dat terwijl het nog maar 12:00 uur is. Dit is pas nuttig je tijd besteden! Thuis gekomen vieren we de belevenissen met wat broodjes kroket. We denken na wat we vanmiddag nog kunnen doen. Annette wil nu ook wel mee. Hoewel de lucht wat betrekt rijden we richting de Zouweboezem. Hier in het riet broeden wat paartjes bruine kiekendieven. Nog voordat we de auto hebben geparkeerd zien we al een mannetje aan komen vliegen. Hij lijkt neer te storten in het riet. We worden goed voorzien vanmiddag. Je hoort ze van ver al roepen: een hoge krijsende schreeuw. De vliegshow gaat continue door, het mannetje en vrouwtje wisselen we elkaar af. Er blijken minimaal 3 kiekendieven te vliegen. Het onderscheid is bij de vrouwtjes te zien. De ogen van het jonge vrouwtjes zijn bruinzwart, naarmate ze ouder worden worden de ogen geler. Dit zie je terug op de foto’s. Eentje maakt zelfs nog even een duikvlucht. We schieten leuke kiekjes en zo toppen we deze topdag nog eens extra goed af.

Video:

Fotos:

De kust, de zeeuwse kust

Zaterdag hebben we weer heerlijk gedoken in de prachtige Grevelingen. Aan de overkant van het weer regende het flink maar aan onze kant scheen de zon. De temperatuur van het water was lekker en onderwater barste het van het leven. Naast veel krabben, schelpdieren, sponzen, anemonen, wierslakjes en wieren kwamen we ook drie zeenaalden tegen. Twee kleintjes (Syngnathus rostellatus) en een grote (Syngnathus acus). Vooral de laatste is met zijn mooie tijgerprint en grootte een fantastische verschijning. De kop van de dieren lijken op zeepaardjes met de typische snuit. Prachtig om te zien hoe ze door het water rollen. Als ze dan ook nog even stil blijven liggen om een foto te schieten is de dag compleet!
Althans bijna dan, want even later zagen we een zeehond die het meer aan het verkennen was. Hij bleef wel nog op flinke afstand. Bij de Brouwserdam waren echter vijf zeehonden aan het vissen. Hoewel we niet dichtbij konden komen konden we ze toch goed zien omdat ze regelmatig vlakbij ons opdoken. Hoewel je haren ’s avonds als touw aanvoelen, je overal zand vindt en je overal schrammen hebt van de mossels is het heerlijk om zo te kunnen genieten van ons prachtige Hollandse water.